Marcus 1:22-23 22 2248 1449.4 1731 3072.8 1184.4 770.5 1357.39 941 1183.7 34 35 Marcus 1:22-23 22 Over de inhoud van Jezus’ onderwijs vertelt Marcus nu niets (maar zie vs.14-15); wel dat het diepe indruk maakte op de toehoorders in de synagoge (die het onderwerp ‘zij’ vormen). De gebruikte uitdrukking duidt aan dat zij ‘buiten zichzelf, ontzet waren’ over Jezus’ leer (vgl. Mar.6:2; 7:37; 11:18; Mat.22:33). De reden hiervan ligt in Zijn manier van prediken. Hij leerde hen voortdurend (zoals ‘Hij was lerende’ duidelijk maakt) als Iemand die met ‘gezag’ spreekt. Hij sprak met autoriteit, er ging een duidelijk waarneembare kracht en macht van Hem uit. Dit is de volmacht van de Here God Zelf, zie Mar.2:10; 3:15; 6:7; Mat.28:18; Luc.12:5; Joh.8:26; Hand.1:8. Dit was totaal anders dan het onderwijs dat ze gewend waren, dat van de schriftgeleerden. Die onderwezen niet met eigen autoriteit, maar zij bouwden in hun onderwijs voort op dat van hun voorgangers, de vroegere rabbijnen (vgl. Mat.7:28,29). Vandaar dat ook de schriftgeleerden samen met de andere joodse leiders Jezus later vragen naar de volmacht van waaruit Hij handelt en spreekt (Mar.11:28). ϰαὶ ἐξεπλήσσοντο ἐπὶ τῇ kai en 770.10 ex-eplēssonto zij stonden versteld over de 4922 1674.2 1994.18 epi tēi διδαχῇ αὐτοῦ· ἦν didachēi leer autou van Hem; Hij was want lerende ēn γὰρ διδάσϰων gar didaskōn 22 2248 3239 4922 3072.9 995.2 αὐτοὺς ὡς ἐξουσίαν ἔχων, autous hen hōs als exousian gezag echōn ϰαὶ οὐχ ὡς οἱ kai ouk hebbende, en niet hōs als hoi γραμματεῖς. grammateis de schriftgeleerden. SV En zij versloegen zich over Zijn leer; want Hij leerde hen, als machthebbende, en niet als de Schriftgeleerden. || HSV En ze stonden versteld van Zijn onderricht, want Hij onderwees hen als gezaghebbende en niet zoals de schriftgeleerden. || NBG En zij stonden versteld over zijn leer, want Hij leerde hen als gezaghebbende, en niet als de schriftgeleerden. || NBV Ze waren diep onder de indruk van zijn onderricht, want hij sprak hen toe als iemand met gezag, niet zoals de schriftgeleerden. || WV De mensen waren buiten zichzelf van verbazing ... want Hij onderrichtte hen niet zoals ... maar als iemand die gezag bezit. || GNB De mensen waren onder de indruk van wat hij hun geleerd had ... hij sprak met gezag, dit in tegenstelling met || NEB The people were astounded at his teaching, for, unlike the doctors of the law, he taught with a note of authority. || NASB they were amazed ... as one having authority, ... as the scribes. || NIV as the teachers of the law. || REU er lehrte sie wie einer, der Vollmacht hat, || RLU sie entsetzten sich ... er lehrte mit Vollmacht || BJ ils étaient frappés de son enseignement, || KJ And they were astonished at his doctrine: for he taught them as one that had authority, and not as the scribes. SV En er was in hun synagoge een mens, met een onreine geest, en hij riep uit, || HSV Nu was er in hun synagoge een man met een onreine geest, en die schreeuwde: || NBG En terstond was er in hun synagoge een mens met een onreine geest en hij schreeuwde luid, || NBV Er was in de synagoge ook een man die bezeten was door een onreine geest, en hij schreeuwde: || WV Er bevond zich in hun synagoge juist een man die in de macht was van ... en luid begon te schreeuwen: || GNB Op dat ogenblik was er ... een duivelse geest. || HV hij riep de woorden uit: || NEB Now there was a man ... possessed by an unclean spirit. He shrieked: || NASB And just then || NIV by an evil spirit || REU und er schrie auf || RLU war auch ... besessen von einem unsaubern 23 2248 1929 1357.39 1548 3072.8 4243.4 770.11 406.1 1548 ϰαὶ εὐϑὺς kai en 3618.3 euthus 144.5 ἦν ēn ἐν en τῇ tēi συναγωγῇ αὐτῶν ἄνϑρωπος ἐν sunagōgēi 23 [terstond] was (er) in de synagoge autōn van hen (een) mens anthrōpos en met 2248 314.1 πνεύματι ἀϰαϑάρτῳ, ϰαὶ ἀνέϰραξεν, pneumati (een) geest akathartōi onreine, kai en an-ekraxen hij schreeuwde, Tekst: H-F ● SV  Byz: 02 Eg: 04 Ov: 05 032 038 Variant: N25 N27 ● NBG WV GNB HV NASB NIV RLU REU BJ  Eg: 01 03 23 23 Het gezag van de Here Jezus komt behalve in Zijn prediking ook onmiddellijk (‘terstond’) tot uiting in de confrontatie met demonische machten. In de synagoge waar Jezus aan het onderwijzen is (vs.22), blijkt iemand aanwezig te zijn die een ‘onreine geest’ heeft, die bezeten is door een demon. Er is hier geen sprake van dat deze man daardoor bepaalde ziekteverschijnselen heeft (zoals bv. wel het geval is in Mar.9:25). Had de Here Jezus al eerder een confrontatie met de duivel gehad in de woestijn (zie vs.13 en comm.), nu Hij het volk openlijk leert, bewerkt dat ook een openlijke confrontatie met de machten van de duivel. De onreine geest doet de man die hij gevangen houdt, schreeuwen (vgl. Mar.5:7; 9:26; Luc.4:34; 8:28). Zodoende wordt Jezus’ onderricht op een negatieve en luidruchtige manier onderbroken en wordt de verbazing van de toehoorders verstoord. Het betekent een regelrechte aanval op het gezag van de Here Jezus. Pagina 53

Pagina 55

Voor archief, online weekbladen en mailings zie het Online Touch CMS beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een webshop in uw uitgaves.

Marcus Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication