In jouw biografie staat: ‘Ver van huis, en vooral in China, Japan en Tibet, bleek hij op z’n best.’ Waarom was dat? ‘Met China heb ik vanaf het begin dat ik het land bezocht, in 1973, een merkwaardig gevoel van herkenning – noem het een haatliefdeverhouding. Iedere keer wanneer ik terugkeerde, ontdekte ik andere aspecten aan deze ingewikkelde samenleving. Ik voelde me in de (buiten)geslotenheid, net als in de onbegrijpelijke eenzaamheid van Tibet en zijn religie, paradoxaal genoeg enorm vrij.’ Wat is voor jou, in essentie, de overeenkomst tussen parlementaire, portret- en reclamefotografie? ‘De tegenwoordige barrières daargelaten – voorlichters en niet te vergeten beveiligers – speelt portretfotografie in de parlementaire fotografie een stevige rol. Een raak portret kan iemand maken en breken. Een overeenkomst met reclamefotografie is dat politiek meer en meer als selling point wordt gezien. Om draagvlak te creëren worden ideeën soms op marketingachtige wijze verkocht en daar hoort dikwijls een indringend, gevoelig beeld bij.’ Over beïnvloeden gesproken: jij verkeerde langere tijd in machtige kringen en ontkwam uiteindelijk zelf ook niet aan gekonkel (Mentzel was op een gegeven moment wel erg close met Ruud en Ria Lubbers). Wat heb je daarvan geleerd? ‘Het zijn sterke schouders die de weelde van de macht kunnen dragen. Met die uitspraak van Joop den Uyl heb ik altijd naar macht gekeken. Ik probeerde met de camera te onderzoeken hoe dat zat. Ik probeerde mij altijd voor te stellen wanneer ik naar iemand keek, hoe het zou zijn wanneer hij of zij thuis voor de spiegel stond. Dié foto wilde en wil ik maken. En soms als je maar lang genoeg wacht, ontstaat die foto vanzelf. Soms kleedt iemand zich figuurlijk voor je uit. Zo ontstaat er soms wederzijds respect, soms vriendschap en soms zelfs liefde. Dat zijn gevaarlijke momenten. Dat schept verwarring bij jezelf, bij de ander, bij je baas en niet in de laatste plaats bij de lezer, die daar geen enkele boodschap aan heeft. Dan moet je wegwezen. Dat heb ik uiteindelijk gedaan. Macht vergaat, dat geldt voor iedereen.’ Tot slot, de NRC is voor jou geschiedenis, er is een boek, je hebt je retrospectief gehad en ‘Delft’ zit erop. Wat nu? ‘Ik ben inmiddels bezig met een boek over China, mijn “grote liefde”, maak sinds kort deel uit van het bestuur van de Kunsthal, heb wat losse portretopdrachten en moet een groot deel van mijn archief nog uitzoeken. Wat zeg ik? Ontdekken! Daar verheug ik me enorm op. Los daarvan is en blijft fotografie toch een vak van inspiratie opdoen, afkijken en zelf blijven kijken. Vooral dat laatste moet je blijven doen.’ ADFORMATIE 50 / 16 DECEMBER 2011 75 Pagina 74

Pagina 76

Heeft u een studiegids, onlinebook of e-uitgaves? Gebruik Online Touch: lesboek naar een online publicatie converteren.

Adformatie Nr. 50 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication