JAARGANG 2011 – NUMMER 3 C L U B V E R H A L E N Bijliggen Ik wil het even hebben over bijliggen. Neen, geen oeverloze discussie over het verschil tussen bijliggen en bijdraaien, daarover zijn er al boeken volgeschreven en zijn er computer sites met eindeloos woord en wederwoord. Toch, voor het goede begrip, schrijf ik wat met bijliggen bedoeld wordt. Het komt erop aan de zeilen en het roer een positie te geven zodat het schip tussen de 50° en de 70° aan de wind ligt. In dat geval kun je alle vaart uit het schip wegnemen en/of tenminste zo traag laten oploeven en weer afvallen dat je rustig andere dingen kunt doen, want de boot zorgt voor zichzelf. Hoe dat allemaal in zijn werk gaat, vind je in de zeilliteratuur. In het Engels spreekt men van “Heaving to” en in het Frans “se mettre en panne”, handig om weten als je wat verder van Zeeland zou afdrijven. Mocht je tot de Vlaamse kust sukkelen, dan spreekt men “bileggen” (WestVlaams dialect). Tijdens het bijliggen kun je erbij gaan liggen. Met deze woordspeling bedoel ik maar dat je dan kunt rusten, een hap eten of even op het potje gaan. Natuurlijk zal de boot tijdens het bijliggen zachtjes verlijeren en juist daarop moet je letten, te meer als er dan ook nog eens een flinke stroom staat in een of andere richting. Zo gebeurde het dat ik nabij de Keeten B (ton met de kleuren van een circustent), om een opkomend honger gevoel te bestrijden, ging bijliggen. Eens flink rondkijken of er voldoende 35 vrij vaarwater is en dan de kombuis in. Thee zetten, boterhammetje eten en een jenevertje om alles door te spoelen. Zoals het mijn leeftijd past, strekte ik mij, na de karige maaltijd, om wat uit te rusten. Hier blijkt dat tijdens het bijliggen de boot een zacht schommelende beweging maakt, vergelijkbaar met het in slaap wiegen van baby’s in moeders armen. Daarenboven is er nog het lieflijke geklots van de golfjes tegen de romp. Tot overmaat van ramp, bij wijze van spreken, had ik de boordradio afgestemd op Radio 4. Het was net een ontstressende muziek, je weet wel, met vogelgeluidjes op de achtergrond. Het is dus niet verwonderlijk dat Morpheus zich over mij ontfermde en met zalige dromen overlaadde. Nu had ik wel een opstapper, maar dat was zeiltechnisch uitsluitend “ballast” en ik had hem de opdracht gegeven overal af te blijven en in geval van problemen mij even te roepen. Hij kon zich rustig inlaten met zijn hobby, namelijk fotografie. Hij ging daar zodanig in op, dat hij niet in het oog kreeg dat wij als de pest verlijerden, en dat geholpen door een ebstroom van zowat driekwart knoop, richting Zeelandbrug. Na een tijdje steekt hij zijn hoofd in de hut en vraagt: “ben je er zeker van dat Pagina 40

Pagina 42

Heeft u een gebruiksaanwijzing, i paper of digi-archief? Gebruik Online Touch: uitgave digitaliseren.

Clubkrant W.S.V. Sint-Annaland Lees publicatie 102Home


You need flash player to view this online publication