degelijk kan stimuleren. Dus niet door de lift zelf, maar vooral door de verbale en non-verbale stimulans van de zorgverlener tijdens de transfer (‘ja goed zo, nog een klein stukje, even schrap zetten!’). Daarom noemen we de actieve liften liever gewoon staliften. Een passieve lift is echt voor passieve cliënten. Daarmee kun je vrijwel iedereen verplaatsen. Omdat deze lift geen enkele activiteit van de cliënt vereist, gebruiken we de passieve lift voor cliënten in Mobiliteitsklassen D en E. Staliften zet je vooral in bij cliënten in Mobiliteitsklasse C. Deze indeling is heel grof. Je zult altijd nog goed moeten kijken of de lift die je op het oog hebt op basis van de Mobiliteitsklasse van de cliënt ook echt ‘past’. Zo’n nadere bestudering en oordeel noemen we een passing. Daarom zijn in het HulpmiddelenBoekje ook de officiële indicatiecriteria opgenomen. Het kan heel goed zijn dat je daarbij een ergo- of fysiotherapeut nodig hebt. Bij zo’n passing komen heel specifieke, soms aandoeninggebonden, zaken aan de orde. Maar ook het gewicht van de cliënt, de ondergrond en de tilband speelt een rol. Dit schema kan je daarbij behulpzaam zijn. 101 Pagina 100

Pagina 102

Heeft u een gids, digitaal bladeren of digitale whitepapers? Gebruik Online Touch: folder digitaliseren.

Ergocoach Lees publicatie 114Home


You need flash player to view this online publication