ABSTRACTS VOORDRACHTEN WETENSCHAPSDAG SFG 2012 Een praktisch ertapenem doseerregime bij hemodialyse patiënten. M.S. Bosma, ziekenhuisapotheker i.o., dr. A.P. Rietveld, internist-nefroloog, dr. P. de Man, arts-microbioloog, dr. D.J. Touw, ziekenhuisapotheker (Apotheek Haagse Ziekenhuizen) dr. C.J.C. Geerlings, ziekenhuisapotheker. INLEIDING: Infecties zijn de tweede doodsoorzaak bij dialysepatiënten en veroorzaken een kwart van alle sterfgevallen in deze groep. Het behandelen van deze infecties wordt gecompliceerd door een toenemende prevalentie van resistente gram-negatieve bacteriën, waardoor het gebruik van reserve antibiotica als carbapenems zal gaan toenemen. Ertapenem, is een carbapenem antibioticum dat toegediend wordt in een dosering van 1 maal daags 1000 mg intraveneus. Bij een creatinineklaring < 30 ml/min en bij hemodialyse wordt een dosisreductie van 50% geadviseerd. Onze hypothese is dat ertapenem bij dialysepatiënten toegepast kan worden, gebruikmakend van een intervalverlenging in plaats van een dosisreductie, waardoor een toediening drie maal per week na afloop van de dialysesessie mogelijk is. Vraagstelling: Het doel van dit onderzoek is om de farmacokinetiek van Ertapenem te beschrijven wanneer dit driemaal per week wordt toegediend na afloop van een hemodialysesessie. METHODEN: Het onderzoek is uitgevoerd bij 10 infectieuze hemodialysepatiënten in het Sint Franciscus Gasthuis. De minimale inhibitoire concentratie (MIC) werd voor alle aanwezige bacteriën bepaald. 1 Gram ertapenem werd toegediend na afloop van een dialysesessie. Bloedmonsters werden afgenomen 45 minuten na inlopen van het infuus, voorafgaand aan en na afloop van twee aaneensluitende dialysesessies. Ertapenem concentraties werden bepaald met een gevalideerde LC-MSMS bepaling en de farmacokinetische analyse werd uitgevoerd met MWPharm. RESULTATEN: Bij acht van de 10 patiënten is na de behandeling een klinische verbetering opgetreden. Bij één patiënt was het effect niet te beoordelen i.v.m. een co-infectie met Stenotrophomonas maltophilia ontstaan tijdens de ertapenem behandeling. Bij één patiënt is geen klinische verbetering opgetreden. Er was sprake van een volledige occlusie van de supragenuale femoropopliteale bypass rechts, waardoor mogelijk de doorbloeding ter plekke van de wondinfectie onvoldoende was. De farmacokinetische parameters in onze populatie waren verschillend t.o.v. de gerapporteerde waarden bij niet-infectieuze dialysepatiënten. Het verdelingsvolume is hoger (0,16 l/kg vs 0,11 l/kg) en de halfwaardetijd is verlengd (19,9 uur vs 14,1 uur). De ertapenem dalspiegel op 68 uur was 3,7 mg/l (range 0,5 - 9,6 mg/l) en bleef daarmee boven de individuele MIC (range 0,006 – 0,250 mg/l) gedurende het gehele doseerinterval. CONCLUSIE: Dialysepatiënten worden veelvuldig geconfronteerd met infecties waarvoor een behandeling met antibiotica noodzakelijk is. Veel van deze antibiotica moeten meermaal daags intraveneus worden toegepast, waardoor een ziekenhuisopname of het inzetten van de thuiszorg noodzakelijk is. Ertapenem geeft, in het voorgestelde doseerregime, een concentratie boven MIC gedurende het gehele doseerinterval. Met dit onderzoek tonen wij aan dat ertapenem toegepast kan worden in een praktisch driemaal wekelijks doseerregime na afloop van een hemodialysesessie, waardoor de behandeling aansluit rondom de al bestaande logistiek en verzorging van de patiënt. 101 WETENSCHAPPELIJK jaarverslag 2012 Pagina 100

Pagina 102

Heeft u een mailing, ipaper of internet onderwijsmagazines? Gebruik Online Touch: club blad digitaal publiceren.

SFG Jaarverslag 2012 Lees publicatie 130Home


You need flash player to view this online publication