23 rusten ze in de binnendijkse gebieden. Sommige vogelsoorten, zoals de tureluur komen speciaal naar het Oosterscheldegebied om er te broeden. Andere verblijven er een korte periode tijdens de trektocht naar het zuiden (om daar te overwinteren) of naar het noorden (om er te broeden). Barstensvol leven De Oosterschelde laat onder water een onverwacht kleurige wereld zien. Op en in de zanderige bodem leven brokkelsterren, platvissen, zeeanemonen, garnalen, schelpdieren en allerlei soorten wormen. Tussen de stenen van dammen en dijken leven krabbetjes en Getijweetjes • 800 miljard liter water stroomt met het getij, dus vier keer per etmaal, de Oosterschelde in en uit • Het is elk etmaal twee keer hoogwater en twee keer laagwater • De getijgolf doet er ongeveer anderhalve minuut over om van vlak buiten de stormvloedkering tot achter in de Oosterschelde (Yerseke) te komen • Bij vloed staat het water aan de zeekant een meter lager dan verder landinwaarts, omdat de Oosterschelde trechtervormig is. kreeften. Kleurige zee anjelieren, mosselen, zakpijpen en wieren zetten zich vast op de harde ondergrond van dijken en stenen. Ook meerpalen, damwanden, onderkanten van boten en zelfs trossen die in het water hangen, raken begroeid. Eb of vloed? Let op de dijken en de palen in het water. Bij laagwater zie je een rand van wieren of schelpen. Ook zie je dan de slikken en platen. Bij opkomend tij hellen de boeien in het water naar het binnenland, bij afgaand tij hellen ze richting stormvloedkering. Bij de kering zelf zie je het getij ook. Bij opkomend water kookt het woest aan de Oosterscheldekant, bij afgaand water aan de Noordzeekant. Zie je helemaal geen kolken of stroming? Dan staat het water even ‘stil’: dat is de kentering, de overgang van eb naar vloed of omgekeerd. Pagina 24

Pagina 26

Scoor meer met een web winkel in uw uitgaves. Velen gingen u voor en publiceerden whitepapers online.

WSV Sint-Annaland Havengids 2013 Lees publicatie 131Home


You need flash player to view this online publication