Marcus 11:2 474 475 du mont des Oliviers, || KJ And when they came nigh to Jerusalem, unto Bethphage and Bethany, at the mount of Olives, he sendeth forth two of his disciples, Marcus 11:2 de Betfage te verduidelijken. De ligging van Betfage (ergens tussen Jeruzalem en Betanië in) is moeilijk nader te bepalen. Sommigen situeren het nog aan de oostelijke helling van de Olijfberg (waar ook Betanië lag), anderen aan de westelijke zijde tegenover Jeruzalem aan de overzijde van het Kidrondal. Uit rabbijnse geschriften is op te maken dat het in ieder geval nog binnen de afstand van een sabbatsreis (2000 ellen = 880 m) van Jeruzalem verwijderd lag. De intocht in Jeruzalem 11:2-11 (Mat.21:2-11; Luc.19:30-44; Joh.12:12-19) 2 2248 2673.3 770.12 4556.7 1363 3072.6 2645.1 3072.6 2419 4552.3 ϰαὶ λέγει αὐτοῖς· ὑπάγετε εἰς τὴν kai en 1 legei zegt autois tot hen: 1929 hup-agete gaat eis naar het tēn ϰὼμην τὴν kōmēn dorp tēn ϰατέναντι ὑμῶν· katenanti 2 tegenover 3909 humōn u; 1 Tekst: H-F Variant: N25 N27 2 2248 1922 1373.4 1363 770.16 1957.10 ϰαὶ εὐϑέως εὐϑὺς εἰσπορευόμενοι εἰς αὐτὴν εὑρήσετε kai en eutheōs terstond euthus eis-poreuomenoi ingaande eis in autēn het heurēsete πῶλον pōlon zult u vinden (een) veulen 2238.14 3 1073.18 1731 3222.2 3244.1 3251 406.8 2238.4 δεδεμένον, ἐπ' ὃν dedemenon 2742.17 4 gebonden, ep’ op hon οὐδεὶς 2οὒπω oudeis oupō ἀνϑρὼπων anthrōpōn wat 770.3 niemand [nog niet] van (de) mensen heeft gezeten; 60.15 2742.14 770.3 2248 4678.2 kekathiken ϰεϰάϑιϰεν ἐϰάϑισεν· ekathisen lusantes λύσαντες αὐτὸν ἀγάγετε λύσατε αὐτὸν ϰαὶ φέρετε. auton agagete losgemaakt hebbende het brengt lusate [maakt los het auton kai en pherete 2 Tekst: H-F ● SV GNB REU  Byz: 02 Ov: 05 038 Variant: N25 N27 ● NBG WV HV NEB NASB NIV RLU BJ  Byz: 017 Eg: 01 03 04 Ov: 032 3 Variant: N27 Tekst: H-F 4 Variant: N27 Tekst: H-F N25 brengt (het)]. N25 SV En zeide tot hen: Gaat heen in het vlek, dat tegenover u is; en terstond als gij daarin komt, zult gij een veulen gebonden vinden, waarop geen mens gezeten heeft; ontbindt het, en brengt het. || HSV en zei tegen hen: Ga naar het dorp dat voor u ligt, en zodra u er binnenkomt, zult u een veulen vinden [dat] vastgebonden [is], waarop geen mens gezeten heeft; maak het los en breng het hier. || NBG en zeide tot hen: Gaat naar het dorp, dat tegenover u ligt, en terstond, als gij er binnenkomt, zult gij een veulen vastgebonden vinden, waarop nog nooit een mens heeft gezeten; maakt het los en brengt het hier. || NBV Hij zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp dat daar ligt. Zodra jullie er binnenkomen, zul je daar een ezelsveulen vastgebonden zien staan, dat nog nooit door iemand bereden is; maak het los en breng het hier. || WV met de opdracht ‘Gaat naar het dorp daar vóór u, en bij uw binnenkomst is het eerste dat ge zult vinden || GNB Meteen als je er binnenkomt vind je er een jonge ezel vastgebonden staan. || NEB just as you enter, you will find tethered there a colt which no one has yet ridden. || REU spricht zu ihnen: || BJ et aussitôt, en y pénétrant, vous trouverez, à l’attache, un anôn que personne au monde n’a encore monté. || KJ And saith unto them, Go your way into the village over against you: and as soon as ye be entered into it, ye shall find a colt tied, whereon never man sat; loose him, and bring him. 2 Het dorp ‘tegenover u’ is vermoedelijk Betfage (zie comm. vs.1). Twee discipelen krijgen de opdracht om daar een ezelsveulen op te halen en bij Jezus te brengen. Het is goed mogelijk dat Jezus van tevoren een afspraak had gemaakt met de eigenaars (vgl. Luc.19:33), maar ook niet uit te sluiten is dat Jezus bovennatuurlijke voorkennis van de situatie had (vgl. Mar.14:13). In die richting wijst de opmerking dat het om een nog onbereden dier gaat en de verbaasde reactie van de omstanders. Het woord pōlos (rijdier, paard) wordt hier gebruikt op de manier van de LXX in de betekenis van ‘jonge ezel, ezelsveulen’ (Gen.32:16 LXX; Ri.10:4; 12:14; uit deze laatste twee teksten blijkt dat jonge ezelhengsten als rijdier werden gebruikt). De geschiedenis van de intocht is vol met toespelingen op Messiaanse profetieën, al maakt Marcus er in tegenstelling tot Mattheüs (Mat.21:4,5) geen uitdrukkelijke melding van. Te denken valt vooral aan Zach.9:9, volgens welke tekst de komende Messias bij Zijn verschijnen Jeruzalem zou binnengaan ‘rijdende op een ezel, op een ezelshengst, een ezelinnejong’. Het idee van een ‘vastgebonden ezel’ zinspeelt op Gen.49:11, eveneens een tekst met een Messiaanse strekking. Dat het dier nog onbereden is geeft aan dat het voor een bijzonder doel gebruikt zal worden (vgl. Num.19:2; Deut.21:3; 1Sam.6:7; 2Sam.6:3; vgl. Zach.9:9 LXX ‘een nieuwe ezel’). Pagina 494

Pagina 496

Heeft u een gebruiksaanwijzing, modern media of digitale magazines? Gebruik Online Touch: gids van pdf naar online converteren.

Marcus Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication