Marcus 14:10-11 610 611 ached throughout the whole world, this also that she hath done shall be spoken of for a memorial of her. Marcus 14:10-11 Het verraad van Judas 14:10-11 (Mat.26:14-16; Luc.22:3-6) 10 2248 3072.1 0254.1 3072.1 0261.1 3 [0260II] 3072.1 1364.1 3072.11 4 ϰαὶ 1ὁ kai en 1283 ho Ίούδας 2ὁ Ioudas Judas ho Iskariōtēs Ίσϰαριὼτης Ίσϰαριὼϑ, Iskariōth Iskariot, ho ὁ εἷς heis τῶν tōn 10 één 770.3 van de 1 Tekst: H-F Variant: N25 N27 2 Tekst: H-F Variant: N25 N27 10 520.2 3772 3072.10 683.5 2190 3338.22 5 δὼδεϰα, ἀπῆλϑεν πρὸς τοὺς ἀρχιερεῖς, ἵνα dōdeka twaalf, 3338.[46] ap-ēlthen ging weg 770.12 pros naar tous de archiereis overpriesters, opdat hij overlevert Hem hina para-dōi παραδῷ αὐτὸν auton παραδοῖ para-doi αὐτοῖς. autois [hij overlevert] aan hen. 3 Tekst: H-F  Byz: 02 Eg: 04♦ Ov: 032 Variant: N25 N27 ● RLU REU BJ  Eg: 01♦ 01◊ 03 (04◊) Ov: 038 4 Variant: N27 Tekst: H-F N25 5 Tekst: H-F Variant: N25 N27 SV En Judas Iskáriot, een van de twaalven, ging heen tot de overpriesters, opdat hij Hem hun zou overleveren. || HSV En Judas Iskariot, een van de twaalf, ging weg naar de overpriesters om Hem aan hen over te leveren. || NBG En Judas Iskariot, die een van de twaalven was, ging heen naar de overpriesters om Hem aan hen over te leveren. || NBV Toen ging Judas Iskariot, een van de twaalf, naar de hogepriesters om hem aan hen uit te leveren. || WV naar de hogepriesters om Hem aan hen uit te leveren. || GNB Judas Iskariot, één van de twaalf leerlingen, ging naar de opperpriesters om hun Jezus in handen te spelen. || NEB went to the chief priests to betray him to them. || RLU daß er ihn an sie verriete. || KJ And Judas Iscariot, one of the twelve, went unto the chief priests, to betray him unto them. 10 Voor ‘Iskariot’ zie comm. Mat.10:4. De toevoeging ‘een van de twaalf’ wordt later herhaald (Mar.14:20 en 43). Marcus lijkt er de aandacht op te vestigen dat Jezus niet door een buitenstaander, maar door één uit Zijn eigen kring verraden is. Judas neemt hier de beslissende stap. Hij verlaat Jezus (vgl. Joh.6:66), al behoort hij nog wel tot Zijn gezelschap (vs.17). Hij gaat naar degenen die Hem willen doden. Hoe kon Judas hiertoe komen? Geldzucht speelde een belangrijke rol (Joh.12:6), maar dit zal niet het enige zijn geweest. Eerder moet hij al verbitterd zijn geraakt, zodat hij zich in zijn hart van zijn Meester afkeerde en zich tenslotte door de satan liet sturen (Luc.22:3). Het overleveren door Judas zal in een breder perspectief moeten worden gezien. Jezus had al eerder aangekondigd dat dit ‘moet’ (dei) gebeuren (Mar.8:31, d.w.z. Gods plan is) en dat Hij moet worden overgeleverd in de handen van de mensen (Mar.9:31, d.w.z. door God, vgl. Rom.8:32). 11 3072.9 1027 165.42 4784.22 2248 1686.4 770.7 οἱ hoi δὲ de ἀϰούσαντες ἐχάρησαν, akousantes zij 638.1 en 1186.33 horend echarēsan 3914 ϰαὶ ἐπηγγείλαντο αὐτῷ kai ep-ēggeilanto 11 verblijdden zich, en 1934 zij beloofden autōi hem 770.3 Va r i a n t : N25 N27 Tekst: H-F 11 2248 2006.16 ἀργύριον δοῦναι· ϰαὶ ἐζήτει πῶς εὐϰαίρως argurion geld dounai (te) geven; en 770.3 kai ezētei hij zocht hoe 1934 pōs eukairōs αὐτὸν auton bij een goede gelegenheid Hem 3338.[46] 3338.22 παραδῷ para-dōi αὐτὸν εὐϰαίρως παραδοῖ. auton eukairōs para-doi hij kan overleveren. SV En zij, dat horende, waren verblijd, en beloofden hem geld te geven; en hij zocht, hoe hij Hem op een geschikte wijze overleveren zou. || HSV En toen zij dat hoorden, verblijdden zij zich en beloofden zij hem geld te geven. En hij zocht naar een geschikte manier om Hem over te leveren. || NBG Toen zij dat hoorden, verblijdden zij zich en beloofden hem geld te geven. En hij zocht, hoe hij Hem bij een goede gelegenheid kon overleveren. || NBV Toen zij dit hoorden, waren ze opgetogen en beloofden ze hem geld te zullen geven. En hij zon op een mogelijkheid om hem op een geschikt moment uit te leveren. || WV Hij zocht naar een gunstige gelegenheid om Hem uit te leveren. || GNB Toen ze hoorden wat hij van plan was, waren ze er blij over en 11 De overpriesters zijn blij dat er zich nu een mogelijkheid voordoet om Hem zonder opschudding gevangen te nemen. Judas kon hen bij Jezus brengen (vgl. Joh.11:57). Waarschijnlijk zijn ze ook blij verrast dat één van Zijn eigen discipelen Hem afvalt. Van Johannes (Mar.12:6) weten we dat Judas niet ongevoelig was voor geld. Judas sluit zich aan bij het ‘zoeken’ van de overpriesters in vs.1. Het duratief aspect van het werkwoord in beide verzen duidt op een voortdurende activiteit. Judas wacht op een goed moment (eukairōs). De belagers van Jezus beseffen niet dat dat het moment is dat God gekozen heeft voor het sterven van Zijn Zoon. Het is de dag van het Pascha, waarop de lammeren werden geslacht en de bevrijding werd gevierd. Pagina 630

Pagina 632

Scoor meer met een webwinkel in uw verenigingsbladen. Velen gingen u voor en publiceerden onderwijscatalogi online.

Marcus Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication