DECUBITUS 14 q komt te liggen. In de praktijk blijkt zo’n zorgstand helaas maar weinig gebruikt te worden, ondanks dat ze wel aanwezig zijn Voorsorteren Ook het zogenaamde ‘voorsorteren’ beperkt de risico’s op decubitus. Met voorsorteren bedoelen we dat de benen of voeten van de cliënt alvast in de richting van de beweging staan of liggen: dat maakt de grootte van de kracht die de zorgverlener moet uitoefenen én de krachten in het weefsel van de cliënt lager. Goedbedoeld, maar niet goed Ondanks onze goede bedoelingen lopen we het risico om met sommige vormen van wisselligging en transfers het decubitusrisico voor de cliënt te vergroten in plaats van te verkleinen en tegelijkertijd onszelf onnodig zwaar te belasten. Geen van beide is de bedoeling. Maar hoe dan? Bed bewegen Allereerst zouden we veel meer gebruik moeten maken van de mogelijkheden die bedden bieden om de druk op de huid van de cliënt regelmatig iets te variëren. Die mogelijkheden worden in de praktijk te weinig benut. Met een goed bed kun je veel bereiken. Door het bed steeds een beetje anders in te stellen, verandert het drukpatroon, de doorbloeding van het weefsel en verlaag je daarmee de kans op decubitus. Groter contactoppervlak Een tweede mogelijkheid is om te streven naar een zo groot mogelijk contactoppervlak van de cliënt op de onderlaag in bed of stoel. De kans op decubitus neemt af als je de druk spreidt en deze op risicoTIPS • Zorg voor goede hulpmiddelen en materialen: bed, matras, dubbele glijzeilen of -rollen en dergelijke. • Activeer de cliënt om zoveel mogelijk kleine bewegingen te maken. Vergeet daarbij ook de houding in de (rol)stoel niet. • Gebruik de verstelmogelijkheden van de ‘superbedden’ met de meerdelig verstelbare matrasbodem met grote regelmaat en laat de cliënt dat ook vooral zelf zoveel mogelijk doen. • Gebruik de zorgstand als een bedmatras die heeft. • Gebruik dubbel glijmateriaal (rollen of dubbele lagen). • Voorkom druk, frictie, shear-forces en zeker combinaties daarvan. • Tillen is soms beter voor de cliënt dan schuiven, duwen of trekken: maak dan gebruik van een goede tilband en tillift. • Zorg voor drukverdeling: hoe groter het oppervlak, hoe beter de druk gespreid kan worden. • Wees alert op druk op kwetsbare delen zoals achterhoofd, stuit, heupen, schouders en hielen. • Sorteer voor als dat kan. • Zorg voor een goede eindhouding: er mag geen spanning meer op, in of onder de huid aanwezig zijn: dan blijft er immers altijd kracht op het weefsel inwerken. plaatsen lager wordt. Het spreiden van de druk doe je door maximaal gebruik te maken van de ondersteuningsopties van het bed: dus de Fowler-opties, Trendelenburg en een goed en breed gesteunde rug, bekken en benen door waar nodig gebruik te maken van speciale lig- en zitondersteuning. Therapeutische ligondersteuning, en dan met name reactieve ondersteuning, is speciaal ontwikkeld om het contactoppervlak te vergroten, en zo zijn er meer opties. Van belang is ook te controleren of de cliënt aan het eind van je handeling nergens meer spanning heeft in de huid. Soms kun je dat zien aan plooien in de huid bij bijvoorbeeld de ellenboog of de heupen. Door de cliënt aan het eind van de transfer de arm of het been even op te laten tillen, neem je die spanning soms weg. Pagina 13

Pagina 15

Scoor meer met een webshop in uw archief. Velen gingen u voor en publiceerden folders online.

Gezond & Zeker nr. 4 Lees publicatie 144Home


You need flash player to view this online publication