WSV SINT-ANNALAND C L U B V E R H A L E N De kleine Kapitein 8 Ik doe het niet vaak: op één van de banken op de dijk neerstrijken. Raar eigenlijk, want dat fantastische uitzicht dat ieder moment wisselt en geen uur hetzelfde is, dat verveelt natuurlijk nooit. Laatst toch maar weer eens het talud opgeklommen en lekker met alleen mijzelf naar de schorren, de kreek en de bootjes zitten kijken. En, mensen wat is dat genieten. Natuurlijk kun je in het clubhuis of op het terras gaan zitten waar je ook nog je drankje krijgt aangereikt, maar lekker onbekommerd en uitwaaien zonder iets te hoeven zeggen, dat doe je alleen op de diek. OPDONDERTJE Achter mij in het speeltuintje was een onduidelijke discussie over wie op de schommel mocht en hoe lang. Eerst lette ik er niet erg op, want het was vooral een hoop gekrakeel en geroep over wie zijn moeder (vader, grote zus, broer met zwarte band) er wel bij zou gaan halen. Toen dat niet gebeurde, ontstond er vrijwel uit het niets een soort pikorde. Nu ben ik in mijn hart een soort antropoloog, want naar verluidt kun je daar heel veel over publiceren zonder dat er echt feitjes aan te pas komen, dus ik spitste mijn oren. Eén van de jongetjes in het gezelschap had het woord genomen en op een eigenaardige manier viel de rest stil. Het was het kleinste opdondertje dat er bij liep en het verbaasde mij dat zijn moeder niet in de buurt quasi zat te sudokuën om intussen een oogje in het zeil te houden. Want ouder dan een jaar of zes kon íe niet zijn. Nee, zij was er niet, maar hij wel. SPEELTUIG “Jongens’’, zei hij, “we gaan hier een club oprichten, de speeltuinclub. En dan gaan we eerlijk verdelen wie er aan de beurt is om ergens op te gaan. En dan is er één van ons de baas”. Ja, dat zijn dan van die momenten dat die antropoloog in dat oerwoud van Nieuw Guinea zich voor zijn kop slaat omdat hij zijn bandrecorder niet bij zich heeft. “In de club’’, zei hij weer, “is er dus één de baas en we gaan stemmen wie dat is…”. Niet één van die andere krummels deed zijn mond nog open, maar alles wachtte op wat er verder zou komen. “En”, zei het kleine opdondertje, “jullie kiezen mij dan natuurlijk als de baas van onze speeltuinclub en dan hebben we nooit meer ruzie”. Vervolgens klom hij op de schommel en verdeelde wie er zoal op welk moment van het speeltuig gebruik mocht maken. Ik klom van de dijk af en keek nog eens goed naar deze kleine kapitein. Klein was hij, maar dat zagen al die gedweeë grote jongens in de speeltuin niet. Waar gaan we meer van hem horen? Cees Meijer a/b Stella Maris Pagina 9
Pagina 11Heeft u een gids, i-brochure of online drukwerk? Gebruik Online Touch: boek naar een online publicatie omzetten.
Clubkrant W.S.V. Sint-Annaland Lees publicatie 151Home