JAARGANG 2012 – NUMMER 2 een paal waaraan je kan afmeren is overduidelijk een meerpaal. Maar de benaming “dukdalf” is een ander paar mouwen. Het zou verwijzen naar de 16de eeuwse Spaanse wreedaard die in onze contreien verre van populair was. Maar wat het verband is tussen die “Duc d’ Albe” en een meerpaal is mij onbekend. Nu waren die palen in onze haven geen echte vrijstaande dukdalven, maar ze hadden toch ook een wat vergelijkbare functie. Een beetje zoals die fameuze hertog waren er voorstanders en tegenstanders. Je kan niet ontkennen dat menige schuurlijst zwaar op de proef is gesteld en zeker als je weerszijden van je boot maar een paar centimeter speling had. Ik heb trouwens altijd medelijden gehad met de booteigenaars waarvan de boot geen schuurlijst had. Anderzijds was het zo dat wanneer je de boeg tussen de palen gemikt had, je niks meer kon overkomen. Behalve bij sterke zijwind kon het wel eens spannend worden. De staalkabel die aan de palen was bevestigd en diende om je schip vast te leggen was ook niet onbesproken. Afmeren moest met karbijnhaken en menige passant heb ik erop attent gemaakt dat zo maar “touwtje eromheen” om moeilijkheden vragen was. Af en toe kreeg je dan wel eens een blik van “waar bemoei jij je mee”, maar goed. Ook de stopplaatjes onderaan zijn er maar gekomen na wat onprettige ervaringen. Maar genoeg negatieve opmerkingen, er waren ook vele voordelen. Zo had ik een rode verfstip op de stuurboordpaal aangebracht om op enige afstand te kunnen inschatten waar mijn ligplaats was. De verfstip was uiteraard zeer discreet, want het was een “illegaal” merkteken. Het was bijzonder handig als mijn beide buren afwezig waren. Maar ik had het merkteken aangebracht bij hoogwater, met als resultaat dat je bij laagwater bijna een verrekijker nodig had om het te zien. Er was ook het oranje “officiële” merkteken dat, zoals jullie weten, verwees naar de zwemtrap voor noodgevallen. Zoals hoger beschreven, er kon je niks gebeuren als je boegje tussen de palen zat en dan als de bliksem de karabijnhaak van het achterlandvast aan de staaldraad van de loefpaal vastmaken. Je zat gebeiteld bij “nacht en ontij”. Bij opkomend tij kon je karabijnhaak een sprong van wel 50cm maken en menig opstapper schrok zich dan een hoedje. Een kunstschilder kon inspiratie opdoen aan de kleurenschakering van de palen. Van bovenaan lichtgrijs tot het donkere algengroen onderaan. Met enige ervaring kon je weten of het springtij of doodtij was, bijna een houten HP33 Ik ga stoppen, want het afscheid van de meerpalen maakt me droevig. Bovendien moet of mag ik verkassen naar een nieuwe ligplaats , met nieuwe buren. De nieuwe steigers met de lange vingerpieren zijn een stuk handiger om aan te meren, dat staat als een paal boven water. J.van Roey Luske 2 E11 9 Pagina 12
Pagina 14Interactieve digi catalogus, deze verenigingsblad of handleiding is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal publiceren van digi-jaarverslagen.
W.S.V. Sint-Annaland, Nieuws uit Krabbenkreek Lees publicatie 100Home