9 ERGOCOACHES IN BEELD nog 96% verandering versus 55% handhaven, in 2011 zien we eigenlijk precies het tegenovergestelde: 51% van de werkzaamheden is gericht op verandering en maar liefst 86% op het handhaven van beleid. Op zich een verklaarbare ontwikkeling: de Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting liggen er nu al een flinke tijd en het vasthouden van in gang gezette veranderingen vormt vaak het struikelblok voor de langere termijn. Ergocoaches spelen daarin een belangrijke rol. Kritischer Samengevat zien we dus logische veranderingen in het profiel en het werk van de ergocoaches: ze zijn meer op continuïteit en minder op verandering gericht en daarbij kanjers in het oplossen van ‘kleine’ grote problemen. Ook richten ergocoaches zich inderdaad op de theoretisch meest effectieve onderdelen van hun werk: de transferprotocollen en het motiveren van collega’s. Er wordt wel steeds kritischer gekeken naar de kosten van ergocoaches. Coaching ‘tussen de bedrijven door’ en slimmer – en veel beperkter – scholen krijgen de overhand. Maar ook dat past bij de theoretisch meest effectieve inzet van ergocoaches. Wel moeten we natuurlijk de komende jaren oppassen dat de scholing en de tijd niet té beperkt worden en dat de ondersteuning van ergocoaches in de dagelijkse praktijk verbetert. Gezond & Zeker speelt op al deze ontwikkelingen onder andere in met de E-Coach en door te stimuleren dat zorgverleners meteen vanuit de opleiding volgens de Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting werken. t TIMING BIJ MEEGEVEN: WERK ELKAAR NIET TEGEN! Ergocoaches weten als geen ander: iemand die niet meegeeft, weegt stukken zwaarder. Een beetje hulp kan letterlijk kilo’s schelen. Een goede timing is daarbij van groot belang. Voor de verzorgende is elk beetje hulp welkom en voor de cliënt vormt het meegeven een extra moment van spieractiviteit. Daarom is het aan te bevelen om iemand altijd uit te nodigen om mee te helpen. Om te zorgen dat de timing klopt, is aftellen een simpele maar doeltreffende methode. Want wanneer de ‘timing’ van verzorgende en cliënt niet overeenkomt, kan de ‘hulp’ ineens tussen aanhalingstekens komen te staan en werkt die hulp alleen maar tegen! Leg uit wat je gaat doen en zeg hoe je aftelt. De één telt tot drie en handelt pas daarna, de ander begint al óp de derde tel. Dat is voor cliënten verwarrend. Daarom altijd korte, duidelijke instructies geven. Twee voorbeelden: Meneer Pieters, ik wil uw schoenen aantrekken. Ik begin met dit been (tikje tegen de voet). Ik tel zo meteen tot drie en til dan uw been een stukje op. Helpt u mee? Eén, twee, drie… gaat-ie. Vindt u het goed dat ik uw hoofdkussen even rechttrek, mevrouw De Groot? Ik leg alvast mijn arm onder uw nek. Het zou fijn zijn als u wilt helpen uw hoofd even op te tillen. Ik tel tot drie en bij drie tilt u uw hoofd op en trek ik het kussen goed. Eén, twee… drie! Spreek liefst als team onderling een aftelmethode af, zodat iedereen hetzelfde handelt. Maar dan nóg blijft het goed om uit te leggen wát je wilt doen en hoe. Niet elke cliënt zal de methode (meteen) onthouden. Bovendien hebben spieren soms tijd nodig om zich op een handeling in te stellen. Als je iemand daartoe even de gelegenheid geeft, vergroot dat de kans dat jullie timing overeenkomt. Tip! Aanraken is een vorm van communicatie. Door haptonomisch te werken, kun je voorkomen dat je aanraking onbewust agressie oproept, bijvoorbeeld door je bewust te zijn van de afstand die je cliënt wil houden ten opzichte van jou. Wil je hier meer over weten, vraag dan de Gezond & Zeker praktijkinformatiefolder agressie nummer 10 ‘Haptonomie en agressie’ op. www.gezondenzeker.nl Wil je de literatuur lezen? Ga naar Pagina 8
Pagina 10Scoor meer met een web winkel in uw magazines. Velen gingen u voor en publiceerden verenigingsbladen online.
Gezond & Zeker nr. 3 Lees publicatie 126Home