15 AGRESSIE Het is maatwerk Probleemgedrag bij kwetsbare mensen krijg je niet onder de knie via een boekje. Bekijk dus altijd per persoon en per situatie wat er aan de hand is. Goede effecten zijn er ook bij individuele afstemming van activiteiten. Bijvoorbeeld één-opéén. Of juist een bezigheid in een groep. Vanzelfsprekend houd je ook rekening met wat iemand nog kan, zowel lichamelijk als begripsmatig. Afstemming op vroegere interesses en de aard van de persoon is eveneens belangrijk. Achterhaal achtergronden van het gedrag Het probleemgedrag op zich (zoals aanhoudend roepen) zegt weinig over achterliggende invloeden. Gaat het bijvoorbeeld om pijn, angst, prikkelarmoede, hallucineren of gebrek aan privacy? De achterliggende invloeden moeten per persoon worden achterhaald. Ook is het belangrijk te kijken naar de context en omgevingsinvloeden. Roept de cliënt vooral bij zorghandelingen? Of tijdens het alleen-zijn? Of aan het einde van de dag? Wat kan daar dan achter zitten? Is vermoeidheid een factor? Disciplines en familie werken (pro)actief samen Familie en disciplines werken van meet af aan samen. Dat doen ze bij het verzamelen van gegevens en bij het bespreken van hoe het gedragsprobleem in elkaar zit en wat de voorafgaande invloeden en de gevolgen kunnen zijn. Zowel de familie als het team wordt minder door probleemgedrag belast als bekend is hoe het in elkaar zit en hoe ermee om te gaan. Onbekend (met de reden van andermans gedrag) maakt onbemind (de cliënt). Zorgvuldig werken Mensen met dementie of een verstandelijke beperking kunnen meestal niet voor zichzelf opkomen of betrouwbaar hun probleemgedrag uitleggen. Daarom is een zorgplan nodig. Hierin worden vastgelegd: alle acties (overleg, metingen) om het gedrag te verhelderen, en de interventies (met effecten ervan). Monitoren mag niet achterwege blijven. Het is vereist dat het resultaat van psychofarmaca wordt geëvalueerd. Voor psychosociale interventies geldt dit niet. Maar let op: als je bepaalde benaderwijzen niet steeds tegen het licht houdt, ‘slijten ze vanzelf weg’. Het is ook nodig op deze afspraken terug te komen: zijn ze nog wenselijk en nodig? Dat vraagt weer om goede observatie en verslaglegging. Opvolging is niet vanzelfsprekend Als afspraken worden gemaakt om op een bepaalde manier met een cliënt om te gaan, is het niet vanzelfsprekend dat dit ook consequent wordt uitgevoerd. Het vraagt veel om volgens een richtlijn op een bepaalde manier om te gaan met probleemgedrag. Bedenk daarbij dat in het begin de effecten nog onduidelijk of matig kunnen zijn, en dan moet je samen ook nog die nieuwe aanpak volhouden. Hoe krijg je een team hiervoor gemotiveerd en op één lijn? Hoe bereik je dat iedereen zich aan de afspraken houdt? Ken je grenzen Soms blijft het onduidelijk welk probleem er speelt en/of interventies voldoende resultaat hebben. Dan zoek je als team hulp. Dat kan buiten het eigen multidisciplinaire team bij expert-collega’s. Maar ook bij consulenten buiten de instelling, zoals de ouderenpsychiater. Of bij andere instellingen, zoals de GGZ. Of overkoepelende organisaties, zoals het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE). Dit geeft vaak weer frisse ideeën en houvast. Lees verder op de volgende pagina. Pagina 14

Pagina 16

Scoor meer met een online shop in uw drukwerk. Velen gingen u voor en publiceerden artikelen online.

Gezond & Zeker 2017 nr. 1 Lees publicatie 171Home


You need flash player to view this online publication