Marcus 10:50-51 1304.[33] 4776.1 4151.2 470 471 pen de blinde en zeiden tegen hem: âHoud moed, sta op, hij roept u.â || GNB âLaat de moed niet zakken! || NEB âTake heart; || NASB ââTake courage, || NIV âCheer up! || REU Und sie rufen den Blinden und sagen zu ihm: || RLU Sei getrost, || BJ ââAie confiance! || KJ And Jesus stood still, and commanded him to be called. And they call the blind man, saying unto him, Be of good comfort, rise; he calleth thee. Marcus 10:50-51 á¼Î³ÎµÎ¹Ïε, ÏÏνεῠÏε. egeire [sta op], phÅnei Hij roept u. se 50 3072.1 1027 530.2 3072.17 2187.1 770.5 412.13 [339II] á½ ho 1881.3 δὲ de á¼Ïοβαλὼν Ïὸ apo-balÅn hij 3772 en afwerpend 3072.2 0244.3 to ἱμάÏιον αá½Ïοῦ, á¼Î½Î±ÏÏá½°Ï á¼Î½Î±ÏηδήÏÎ±Ï himation het kleed autou van hem, opgestaan ana-stas ana-pÄdÄsas [opgesprongen] ἦλÏεν ÏÏá½¸Ï Ïὸν Älthen kwam pros bij ton á¿Î·ÏοῦνΠIÄsoun Jezus; Va r i a n t : N25 N27 â NBG WV GNB HV NEB NASB NIV RLU REU BJ ï« Eg: 01 03 Ov: 05 038 Tekst: H-F â SV ï« Byz: 02 017 045 Eg: 04 Ov: 032 50 50 SV En hij, zijn mantel afgeworpen hebbende, stond op, en kwam tot Jezus. || HSV En hij wierp zijn bovenkleed af, stond op en kwam bij Jezus. || NBG Toen wierp hij zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus. || NBV Hij gooide zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus. || WV sprong overeind en kwam naar Jezus toe. || HV Hij nu wierp zijn kleed af, || NEB At that he threw off his cloak, || NASB And casting aside his cloak, || REU sein Gewand || KJ And he, casting away his garment, rose, and came to Jesus. 50 De uitdrukking apo-ballÅ to himation betekent âde mantel afleggenâ (om zodoende sneller te kunnen lopen, vgl. 2Kon.7:15). Daardoor kan Bartimeüs, voor zover zijn blindheid hem daar natuurlijk toe in staat stelt, haast maken om bij de Here Jezus te komen. 51 2248 564.15 2673.3 1 770.7 3072.1 0244.1 1357III.2 4462.12 4151.4 2 ϰαὶ á¼ÏοϰÏιÏÎµá½¶Ï Î»á½³Î³ÎµÎ¹ αá½Ïá¿· á½ kai en 2084.2 apo-kritheis antwoordend 3627.29 4151.4 legei zegt autÅi tot hem ho á¿Î·ÏÎ¿á¿¦Ï Îµá¼¶ÏενΠÏá½· IÄsous Jezus eipen [zei]: ti wat 3916 soi Ïοι 51 [voor u] 2190 1 Tekst: H-F Variant: N25 N27 2 Tekst: H-F Variant: N25 N27 51 3072.1 1027 4529.1 1357III.2 770.7 Ïá½³Î»ÎµÎ¹Ï ÏοιήÏÏ theleis 272.5 wilt u poiÄsÅ Ïοί; soi á½ (dat) Ik doe voor U? de ho δὲ de ÏÏ ÏÎ»á½¸Ï Îµá¼¶Ïεν tuphlos en blinde eipen αá½Ïá¿·Î á¿¥Î±Î²Î²Î¿Ï Î½á½·, ἵνα autÅi zei tot hem: rabboeni, rhabbouni hina dat á¼Î½Î±Î²Î»á½³ÏÏ. ana-blepsÅ ik weer zie. SV En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? En de blinde zeide tot Hem: Rabboni! dat ik ziende mag worden. || HSV En Jezus antwoordde hem en zei: Wat wilt u dat Ik voor u doen zal? En de blinde zei tegen Hem: Rabboni, dat ik ziende mag worden. || NBG En Jezus antwoordde en zeide tot hem: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? De blinde zeide tot Hem: Rabboeni, dat ik ziende worde! || NBV Jezus vroeg hem: âWat wilt u dat ik voor u doe?â De blinde antwoordde: âRabboeni, zorg dat ik weer kan zien.â || WV maak dat ik zien kan!â || GNB âWat kan ik voor u doen? Wat wilt u? âWeer zien, rabbi!â || NEB âMaster,â ... âI want my sight back.â || NASB I want to regain my sight!ââ || REU Und Jesus begann und spricht zu ihm: || BJ Alors Jésus lui adressa la parole: || KJ And Jesus answered and said unto him, What wilt thou that I should do unto thee? The blind man said unto him, Lord, that I might receive my sight. 51 Op Jezusâ vraag wat hij van Hem verlangt (âWat wilt gij, dat Ik u doen zal?â, vgl. vs.36), antwoordt de blinde Bartimeüs dat hij het gezichtsvermogen wil ontvangen. Dat hij de vraag alleen al aan Jezus stelt, geeft aan dat hij Hem daartoe ook in staat acht. Mogelijk heeft hij van andere genezingen van blinden gehoord (vgl. Mar.8:22-26). Hij spreekt de Here Jezus respectvol aan met rhabbouni (lett. âmijn meesterâ, zie comm. Joh.20:16). Dat dit Aramese woord anders dan in Joh.20:16 niet van een vertaling wordt voorzien, geeft vermoedelijk aan dat de betekenis ervan voor de oorspronkelijke lezers bekend was. We kunnen uit het werkwoord ana-blepÅ (lett. weer zien) niet opmaken of Bartimeüs pas naderhand blind is geworden of dat altijd al was. Hetzelfde werkwoord wordt in Joh.9:1 gebruikt voor een man die van zijn geboorte af blind geweest was. We kunnen het hier het beste vertalen met âgaan zien, het gezichtsvermogen ontvangenâ (vgl. Mat.20:33 â... dat onze ogen geopend wordenâ). Pagina 489
Pagina 491Heeft u een onderwijs catalogus, onlinepublisher of e-lesboeken? Gebruik Online Touch: PDF online publiceren.
Marcus Lees publicatie 100Home