mentadviseur geworden.’ Dit boek maakt een revolutie in het bedrijfsleven mogelijk, benadrukt Cuong Lu. ‘De revolutie in een bedrijf begint zeker bij de revolutie van een persoon.’ Dat is misschien wel de kernzin in het boek van Klomp, in feite één groot pleidooi voor een nieuwe kijk op economie. Om ‘economisch destructief gedrag’ te vervangen door ‘economisch constructief gedrag’, zodat je de voortdurende crisis onder controle krijgt. ‘Het boeddhisme is een geluksmethodologie’, doceert Kees Klomp. ‘Het leert je hoe je lijden oplost. Ik kwam er zelf achter hoe urgent dat is in het bedrijfsleven. Zelfmanagement is essentieel. Managementleiderschap is cheerleadership. Als jij geen leiding kunt geven aan jezelf, kun je dat zeker niet aan anderen.’ Hij vertelt in zijn boek openhartig hoe hij als general manager bij EMI Music Netherlands faalt door louter directief leiding te geven in plaats van zijn mensen zelf vernieuwingen te laten ontwikkelen en in gang te zetten. ‘Die 90 man deden helemaal niet meer wat ik dacht dat goed was.’ ‘Je was helemaal van je matje af’, komt Kniesmeijer ertussen. ‘Ja, ik was zéker van mijn matje af’, zegt Klomp. ‘Ik had ze veel meer ruimte moeten geven. Vernieuwing was ver te zoeken. Er was alleen maar verwijdering. Hele slechte karma was dat. Een harde leerschool.’ Maar hij ziet het in zijn praktijk als coach in het verre Drouwen in Drenthe, waar hij lange wandelingen maakt met managers, steeds opnieuw. ‘Het is schokkend hoe weinig mensen op directieniveau leiding kunnen geven aan hun eigen cheer. Mensen hebben vooral heel veel buitenkant nodig. Ze hebben een heel groot eigen ego.’ EGOBESITAS Hij gaat er zelfs een nieuw boek aan wijden. Een van de hoofdstukken heet Egobesitas. ‘Directeuren en managers willen continu bevestigd worden als baas’, licht Klomp toe. Kniesmeijer merkt dat ook, zegt hij. Hij weigert wel eens opdrachten als hij merkt dat hij niet door dat grote ego van de baas heen kan breken. ‘Dit moeten we niet samen gaan doen, zeg ik dan. En als mensen dan boos worden, zeg ik dat dat juist de reden is waarom ik de opdracht niet wil doen.’ Terwijl vriendelijkheid en liefde, metta in boeddhataal, zo wezenlijk is in ondernemen, brengt Klomp naar voren. Hij wil de term ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ dan ook graag vervangen door ‘maatschappelijk meedogend ondernemen’. ‘Ik geloof niet dat je aan gedrag moet sleutelen maar aan het zíjn. MDO moet je niet doen maar zijn. MVO is vaak alleen maar een jasje.’ Kniesmeijer kan het niet meer eens zijn. ‘MVO klinkt volstrekt belachelijk. Het gaat erom of je zélf verantwoord onderneemt, dan ben je vanzelf maatschappelijk verantwoord aan het ondernemen.’ Klomp: ‘Er is maar één soort ondernemen en dat is persoonlijk aansprakelijk ondernemen. Alles wat je doet heeft áltijd gevolgen.’ Ook hier weer: de revolutie in een bedrijf begint IIIEKS, COMMERCIDEALIST... Kees Klomp noemt zichzelf in zijn boek Karmanomics ‘commercidealist’. Het staat ook op zijn visitekaartje. Tom Kniesmeijer vindt de woordspeling commercidealist iets te ver gaan, zegt hij. ‘Karmanomics vind ik geweldig, en egobesitas ook. Maar dit is iets te veel van het goede.’ Nóg een term die Klomp in 1998 introduceerde als nieuwe credo in de belevenismarketing: mensen beraken. Een contaminatie van raken en bereiken. Klomp: ‘Ja, een afschuwelijk woord. Vind ik ook. Maar ik had toen een woord nodig. En het wérkte wel. Het sloeg aan.’ bij de revolutie van een persoon. Bij Paul Polman bijvoorbeeld, de topman van Unilever. Eind vorig jaar introduceerde hij het Sustainable Living Plan, in zijn woorden een nieuwe vorm van kapitalisme. Groei is nog steeds het doel maar niet langer ten koste van de samenleving. Een nieuw businessmodel noemde hij het onlangs in dagblad Trouw. ‘Voor ons is het niet langer de vraag hoe wij de samenleving kunnen ge‘WE GAAN VAN EEN BELEVENISECONOMIE NAAR EEN BETEKENISECONOMIE’ KEES KLOMP ADFORMATIE 50 / 16 DECEMBER 2011 63 Pagina 62

Pagina 64

Scoor meer met een webwinkel in uw tijdschriften. Velen gingen u voor en publiceerden onderwijs catalogi online.

Adformatie Nr. 50 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication